koesteren binnenstedelijke parken

Als groene tegenhanger van stedelijk Dordrecht vormt ons Noordpark, samen met Slobbengors (Papendrecht) één van de groene wangen rondom het drierivierenpunt. Het uitzicht op dit punt is prachtig. De verdere opwaardering en ontwikkeling van het park is dan ook één van de speerpunten bij de planvorming van het project Noordoevers. Ook het Develpark vormt één van onze groene parels. Het is het groene hart van de stad, een tekenend voorbeeld van de naoorlogse landschapsarchitectuur van Hans Warnau. De gemeente werkt aan kwaliteitsverhoging en het vergroten van het gebruik van het Develpark voor alle doelgroepen. Opgave is onder andere om het park beter te verbinden met omliggende woongebieden, evenals het vergroten van de biodiversiteit. Het gebruiken van historische en groene structuren is hiervoor kansrijk, zoals de waterloop de Devel. Tot slot liggen in Zwijndrecht het Munnikenpark en Molenvlietpark. Ze vormen belangrijke structuren naar het buitengebied en hebben grote recreatieve waarde voor West Zwijndrecht.

Om de potentie van de recreatieve zones ten volle te kunnen benutten, is niet alleen de inrichting van het gebied zelf, maar zijn ook de routes er naartoe van belang. We zien het beter verbinden van de huidige groene- en blauwe locaties/structuren, onderling en met het omringende (rivieren)landschap in het buitengebied als een belangrijke opgave. Vooral de Develzoom en het Molenvlietpark zijn van extra groot belang omdat ze de natuur van buiten de stad in brengen. De verbinding van groengebieden vormt een belangrijke speerpunt binnen ons nieuw op te stellen verkeersbeleid.

Naast de grote groenstructuren/parken, lopen groene stedelijke linten door de bebouwing heen en verbinden zo de binnenstedelijke groengebieden met de recreatieve zones. De linten zorgen voor recreatieve plekken in de wijken en voor verbinding tussen groengebieden. Zij zorgen voor aantrekkelijke, goede woonmilieus en geven een eigen gezicht aan iedere wijk. Verbinding en versterking van deze linten is essentieel om een kwaliteitsverbetering tot stand te brengen. Daarom staan wij functieverandering binnen de hoofdgroenstructuur in principe niet toe. Bestaand buurt- en wijkgroen behouden en versterken we waar mogelijk, dit draagt bij aan ruimte voor ontmoeting, sport en spel, klimaatbestendigheid en aantrekkelijkheid van wijken.  In het binnenstedelijk gebied zijn ook buurten waar maar beperkt groen en water aanwezig is en waar sprake is van een grote mate van verstening. In deze gebieden werken wij juist aan vergroening.